Het lied ‘To be Loved’ van Aurora galmt door de speakers van Roxi Grotenhuis (19 jaar). De krachtige woorden van Aurora ‘Nobody knows me, nobody knows me, I’m never lonely’, troosten Roxi. ‘Niemand weet namelijk wie ik écht ben’, realiseert ze zich. Roxi kreeg op jonge leeftijd al het etiket ’te gevoelig’ opgeplakt. Een etiket dat voor Roxi wel op haar voorhoofd bedrukt leek te zijn, waardoor iedereen het van haar af kon lezen. Ze moest harder worden van de maatschappij, dus probeerde ze met man en macht dit etiket van haar voorhoofd weg te gummen.
De verwachtingen van de maatschappij hadden grote invloed op haar zelfwaarde: Roxi gumde steeds meer ‘sociaal ongewenste’ delen van zichzelf weg – delen die er niet mochten zijn. ‘Ik heb de wereld veel gegeven, behalve wie ik zelf écht ben. Ik wilde andere mensen heel graag de Roxi geven die fijn voor hen was, maar hierdoor weet ik nu niet goed meer wie ik zelf ben. Het ‘nemen’ vind ik nu ontzettend lastig, ik leef eigenlijk gewoon in een enorme identiteitscrisis.’
Aurora is mijn grootste voorbeeld: ze is heel erg puur en uniek. Ze lijkt heel erg op mij, ze is veel bezig met de natuur en is anders dan alle anderen – alleen uit Aurora wel wie ze is. Aurora kent mij niet, maar ik ken haar door en door – als een hele goede vriendin.
Roxi Grotenhuis
Eenzaam en niet begrepen in de maatschappij
Bij de vraag wie Roxi vroeger was, begint ze het gesprek: ‘Ik was echt een heel gevoelig meisje. Ik kwam bijna elke dag huilend thuis uit school. Dan lag ik in een krulletje opgerold in m’n bed, met een tollend hoofd van alle prikkels van de dag. De opmerkingen van juffen – die wat vervelends tegen mij of de ander zeiden- betrok ik heel erg op mezelf. Ik wilde het van jongs af aan graag al goed doen voor mensen, dus kon ik mij ook echt druk maken als de juf iets vervelends tegen een ander zei. Door mijn gevoeligheid was ik altijd erg liefdevol naar anderen toe, maar ik was ook kwetsbaar.’ Terugdenkend aan vroeger, lacht Roxi: ‘Als het kinderliedje Flappie in de klas opgezet werd, kon ik daar heel slecht tegen en moest ik altijd heel hard huilen. Ik had zelf ook konijnen: ik kon heel slecht met dat onrecht kon omgaan.’
De reacties van anderen die Roxi over zichzelf kreeg waren altijd heel erg hard. ‘Op al mijn rapporten stond eigenlijk altijd: ‘Heel slim, maar wel gevoelig’. Ook kreeg ik heel vaak van mijn klasgenootjes de opmerking: ‘Waarom huil jij zo vaak?!’ Roxi voelde zich bij lange na niet begrepen; ze voelde zich het zwarte schaap van de groep. ‘Na verloop van tijd ging ik mij steeds meer aanpassen. Ik compenseerde mijzelf en mijn gevoeligheid, zodat ik ‘normaal’ zou zijn. Maar diep van binnen voelde ik allang dat ik anders was – al kon ik dit toen nog niet onder ogen zien.’ Voor Roxi was haar kwetsbaarheid ineens geen kracht meer, maar het voelde juist als een grote zwakte.
‘Ik voelde mij een alien op de middelbare’
Op de middelbare school raakte Roxi steeds meer verwijderd van haar ware zelf. ‘Ik voelde me hier al helemaal anders dan de rest. Ik begreep anderen niet: waarom praten de meiden hier heel gemeen achter iemands z’n rug, maar doen ze vervolgens wel overdreven aardig tegen deze persoon? Ik voelde een grote druk om mee te gaan met de rest, alles om er maar bij te horen. Ik besloot maar make-up op te gaan doen en deed maar mee met alle ‘boytalk’. Roxi lacht om zichzelf: ‘Eigenlijk wel gek wat ik allemaal deed om erbij te horen. Over jongens praten? Dat is totaal niet mijn lievelingsbezigheid op de dag!’ Al die koetjes en kalfjes zijn veel te oppervlakkig voor Roxi.
Op een gegeven moment ging Roxi haar geluk halen uit schoolpresentaties. ‘Ik leerde van de maatschappij dat als je trots op jezelf bent, je narcistisch zou zijn. Vanaf dat moment mocht ik niet meer trots op mezelf zijn, behalve als ik écht kon bewijzen dat ik wél goed was in dingen’, vertelt Roxi terwijl ze hard aan een touwtje frunnikt. Als ik maar goede cijfers zou blijven halen, zou ik goed genoeg zijn. Bij een laag cijfer, werd een sterk, diepgeworteld gevoel bevestigd: het gevoel dat ik niet goed genoeg zou zijn’, vertelt Roxi met een knoop in haar maag. Roxi wilde controle op zichzelf en haar leven houden – op dat moment was namelijk niets in haar leven controleerbaar. ‘Mijn schoolresultaten waren tastbaar: bij een goed cijfer kon ik mijzelf – én andere mensen om mij heen – bewijzen dat ik goed genoeg was’, vertelt Roxi met pijn in haar ogen geschrift.
Tijd om stil te staan
‘Als ik terugkijk, zie ik echt dat ik toentertijd enorm geleefd werd’, vertelt Roxi terwijl ze terugdenkt aan deze tijd. Een moment om even stil te staan had Roxi nooit, totdat er een grote Corona-lockdown werd ingevoerd. Het gevoel dat ze toen had, komt weer even naar boven: ‘Heel lang stond ik op de automatische piloot – een soort overlevingsstand. Ik heb ook écht amper herinneringen meer aan de middelbare school, omdat ik altijd achter het razende tempo van de maatschappij aan moest rennen. Ik moest altijd alles en iedereen maar bijbenen, maar tijdens de lockdown werd ik ineens verplicht om gas terug te nemen. Ik werd ineens geconfronteerd met de manier waarop ik leefde, maar ook met mezelf. Het was een grote wake-up call voor mij: ik besefte me ineens: ‘Oh jeetje, ik ben negentien, ik ben op deze wereld en ik weet niet eens wie ik ben’.’
Ik ben toen ook steeds meer gaan ontdekken wat ik wil met mijn leven. Ik houd enorm van liefde geven aan mensen, ik ben heel mijn leven eigenlijk al een soort coach voor de mensen om mij heen. Als mensen aan Roxi denken, herinneren ze zich dan ook de vele complimenten van mij. Ik wil heel graag de opleiding ‘Social Work’ gaan doen en mensen op diepgaand niveau helpen.
Roxi Grotenhuis
Steeds minder een ‘stil grijs muisje’ op de achtergrond
Op dat moment gebeurde er in Roxi’s leven wel meer. ‘Mijn ouders stonden in deze periode ook midden in een scheiding. Mijn leven stond op dit moment helemaal op z’n kop en juist dit verplichtte mij om gas terug te nemen. Ik moest wel weer terug naar de kern: ‘wat betekent het leven nu echt?’ Ik ben veel gaan nadenken en gaan filosoferen over het leven, deze tijd had ik ook echt even nodig.’
‘Ik denk dat ik hierdoor ook al wel meer mezelf door geworden ben. Ik heb nu ook echt wel mijn eigen kledingstijl bijvoorbeeld. Ik heb zelfs ‘bangs’ in mijn haar geknipt, dat is voor mij al een hele grote stap. Want,’ zegt Roxi overtuigend, ‘laten we eerlijk zijn, bangs (een schuine pony) zijn niet heel erg in.’ Bij de vraag waarom ze vindt dat dit niet heel erg in de mode zijn, komt Roxi tot een andere conclusie. Ze slaakt een diepe zucht en zegt: ‘Het voelt voor mijzelf niet goed, want het valt op en dat vind ik lastig. Ik was namelijk altijd een heel stil muisje op de achtergrond. Door het knippen van de bangs in mijn haar, probeer ik steeds meer mijn ruimte in te nemen. Al is dit nog wel een heel proces.’
Op zoek naar haar ‘Inner Child’
Roxi denkt terug aan wie ze was als kind. Ze zegt eerlijk: ‘Soms verlang ik er wel eens naar om de Roxi van vroeger te zijn: de kleine Roxi vóórdat ik teveel betrokken werd bij de maatschappij. Mijn moeder vertelde bijvoorbeeld dat ik op het strand altijd twee veren pakte en dat ik daarmee ging vliegen. Ik was drie jaar en ik kon helemaal opgaan in mijn grootse liefde voor de natuur. Ik ging dan rennen op het strand: ik probeerde te vliegen, maar ik vloog maar niet’, vertelt Roxi schaterlachend. Ze kijkt vredelievend terug naar wie ze was: ‘Ik haalde hier zoveel voldoening uit. Gek genoeg voelde ik mij toen vrij genoeg om mezelf volledig te zijn en volledig op te gaan in mijn grootste inspiratiebron – de natuur.’

Roxi beseft zich ineens weer waar ze vandaan komt: ‘Ik was nog puur en écht mezelf.’ Ze denkt terug aan hoe het nu is en je ziet dat ze er bedroefd van is: ‘Ik zou zo graag willen dat ik mijn Inner Child weer terug vind, dat is mijn doel.’ Ik hoop dat ik mij in de toekomst weer volledig mezelf mag voelen, zonder dat de meningen van anderen mij hierin tegenhouden. In plaats van veel liefde te geven aan anderen, wil ik ook liefde durven ontvangen door mijn ruimte in te nemen.
En het gevoel van wie ik was als kind, is er in ieder geval één om vast te houden’, vertelt Roxi met een grote lach op haar gezicht. Ze geniet van de herinneringen van vroeger, ze houdt dan stiekem weer even van zichzelf. ‘